Na de Eerste Wereldoorlog was er in Europa gebrek aan bijna alles. Om de mobiliteit te bevorderen werd in verschillende Europese landen een gunstige belasting ingevoerd op auto’s van maximaal 350 kilo en 1100 cc motorinhoud. Deze zogenaamde cyclecars boden ruimte aan niet meer dan 3 personen. Overal ontstonden fabriekjes, werkplaatsen, garages en schuren, waar een enorme variëteit aan voertuigjes werd geproduceerd. Alleen Parijs en omstreken telde al meer dan 100 grote en kleine autofabrikanten.

De voertuigjes die aan de cyclecar-wetgeving voldeden, beschikten door hun lage gewicht en relatief krachtige motor vaak over zeer sportieve eigenschappen. Elk merk cyclecar had dan ook wel een speciale race-uitvoering.

 

Niet alle auto’s werden in de jaren twintig vanaf de fabriek voorzien van een carrosserie. Ook externe carrosseriebouwers maakten er handgemaakte carrosserieën voor. Natuurlijk waren die volgens de laatste mode. Zoals de houten skiff; een zeer luxe en sportieve carrosserievorm die in de uitbundige jaren twintig – de tijd van de Charleston – zeer in zwang was. Een skiff sprak vooral de (rijke) jeugd aan. Het was een voiturette voor de happy few!

De expositie toont de evolutie van een uiterst eenvoudige cyclecar naar een volwaardige race-auto’s voorzien van allerlei, soms merkwaardige carrosserieën.

Tamplin, 1921
Zelfdragende carrosserie van vezelplaat

D’Yrsan course, 1928
Gesaboteerd in de GP van Spa 1932

Bédélia BD2, 1913
De moeder aller cyclecars

Bédélia BD2 MG, 1913
Eerste Franse cyclecar

Lombard AL3 Grand Prix, 1927
Gebouwd om te racen

Amilcar CC skiff, 1923
Zeer chique en zeer sportief

Salmson VAL 3, 1926 / Salmson VAL serie 3, 1926
Luxe en comfort

Villard Cyclecar Type 27, 1924
Minimalistisch, maar zeer geavanceerd

Bignan AL22, 1922
Een Salmson in vermomming

Salmson GS8-GSS GP, 1928
Uniek exemplaar met dubbele nokkenassen

Sandford GS, 1927
290 kilo en 140 km/u!

Amilcar CC, 1921
Nog in de eerste lak

Amilcar CGSs, 1927
Wendbaar, maar ook (relatief) comfortabel en betrouwbaar.

Amilcar CGS Duval Coupe, 1926
Uniek exemplaar ontworpen door Charles Duval

Peugeot Bébé, 1913
Een echte Bugatti

Mauser Einspur-auto, 1923
Een twee-wielige ‘auto’

Morgan Runabout Deluxe, 1922
Origineel met elektrische verlichting en starter

Amilcar Torpedo C4C, 1922
Originele vier-persoons uitvoering

Salmson AL3, 1923
Geheel origineel maar volledig hersteld

Sénéchal voiturette 7 CV, 1924
Topsnelheid van 90 km/u met slechts 7 pk

Salmson San Sebastian Grand Prix, 1926
Nog origineel en nooit volledig gerestaureerd

BNC 529 SPA, 1929
Deelnemer aan de 1936 Bol d’Or endurance

Austin 7 Sports Ulster TT, 1930 / Austin ES Sport, 1930
De eerste Britse auto die succesvol was in de Mille Miglia

Amilcar C6 Course Cliente, 1931
Eerste in zijn klasse op de Mont Ventoux in 1932

Amilcar CGS Grandsport, 1925
Heeft een actief leven gehad in Engeland

Benjamin Torpedo Type C, 1921
Een van de weinige Amerikaanse cyclecars

Tricyclecar Gillet, 1937
Van motorfiets naar lichtgewicht cyclecar

Amilcar CGS3, 1926
Bijzondere Nederlandse historie

Sima Violet
Een bijzondere cyclecar

Bédélia
Groot aanpassingsvermogen