René Vincent, illustrateur par excellence
Één van de meest prominente illustratoren in de periode dat reclame voor auto’s grotendeels door middel van affiches geschiedde, was de Fransman René Vincent (1879-1936). Wereldberoemd in Frankrijk en daarbuiten.
Tegenwoordig zijn er talrijke mogelijkheden om de keuze van een auto te bepalen. Een auto kiezen uit de traditionele folders en autobladen kan nog steeds. Internet biedt daarnaast de mogelijkheid om de auto virtueel samen te stellen. Ook kunnen auto eigenaren online op diverse forums hun ervaringen te delen. Dit laatste is overigens niet nieuw, want al in de eerste helft van de vorige eeuw hanteerde de autofabrikant Packard al de slagzin “Ask the man who owns one”.
In het begin van de vorige eeuw had men alleen de traditionele autobladen. Men schreef over auto’s – al dan niet ingefluisterd door de fabrikanten – hoe uitstekend of aantrekkelijk ze waren. Artikelen werden geïllustreerd met de fabrikanten aangeleverde afbeeldingen, vooral bestaande uit zijaanzichten.
Na verloop van tijd ging men beseffen dat de auto in actie getoond moest worden, voortrazend over de nog onverharde wegen. Deze kenmerkende stijl heeft lang tijd stand gehouden, maar daar bracht René Vincent verandering in.
René Vincent is geboren in Bordeaux maar verhuisde al op vijfjarige leeftijd naar Parijs. Zijn vader was een in die tijd bekend publicist die schreef onder de “nom de plume” van Pierre Mael. De jonge René had echter besloten dat hij architect wilde worden en studeerde aan de École Nationale des Beaux-Arts. In zijn vrije tijd maakte hij al tekeningen teneinde zijn toelage wat rianter te maken. Zijn werk werd al snel populair en hij begon ook boeken te illustreren. In deze periode raakte hij gefascineerd door het nieuwe fenomeen, de automobiel. Hij was een van de eerste in Frankrijk met een rijbewijs. Zijn eerste auto was een Berliet, waarvan hij later veel opdrachten zou krijgen. In 1900 illustreerde hij zijn eerste auto boek. Vincent beeldde niet alleen auto’s af, maar tekende ook voor veel modebladen.
In tegenstelling tot de op dat moment geldende norm, waarbij snelheid vaak een overheersend thema was, gaf Vincent het dagelijkse leven met de automobiel weer.
Dat maakte hem met name populair. Ook was het gedaan met de zwierige stijl met de daarbij behorende tierelantijnen. Zijn tekeningen waren strak en zonder poespas. Wel werd zijn werk verlucht met voluptueus vrouwelijk schoon, een element dat zelden haar uitwerking miste.
De faam van Vincent buiten Frankrijk groeide. Hij trad in de reislustige voetsporen van zijn vader. René Vincent beproefde zijn geluk in Amerika. Inmiddels had hij contracten met “Harper’s Bazaar” en “The Saturday Evening Post”, in die tijd uiterst prestigieuze bladen. Deze samenwerking zou maar liefst 25 jaar duren.
Ook in Amerika was Vincent veel gevraagd. Hij werkte vanuit New York en zijn opdrachtgevers zaten verspreidt in verschillende delen van Amerika. Hij voelde zich duidelijk thuis in Amerika en sprak bijna accentloos Engels. Mede door zijn taalvaardigheid raakte hij in contact met vele prominente Amerikaanse vakgenoten. Een daarvan was Charles Dana Gibson, de schepper van de “Gibson Girls”.
Deze dames blonken uit door schoonheid en beschikten over van wat in Amerika het “hourglass figure” (zandloperfiguur) genoemd werd. De door Vincent getekende waren geïnspireerd op de Gibson Girls. Zij waren uiteraard gekleed in de laatste Franse Haut Couture.
In 1910 trouwde Vincent met Suxanne Locquet, de dochter van de directeur van de Franse rijksdienst die de inrichting van de burelen van de Franse overheidsinstellingen verzorgde. Het echtpaar liet in Parijs, in een sjiek gedeelte van het Bois de Boulogne, een fraai huis bouwen. Zijn schoonvader zal ongetwijfeld bij de inrichting geholpen hebben. Onder het huis bevond zich een garage, voor die tijd een bijzonderheid.
Vincent had alles mee. De opdrachten van de diverse autofabrikanten stroomden binnen en ook in het sociale circuit was hij een graag geziene gast. In levende lijve was Vincent het evenbeeld van de mannelijke types uit zijn illustraties. Tot in de perfectie gekleed en van middelmatige lengte. Zij gevoel voor humor was algemeen bekend en vaak is dit ook terug te zien in zijn tekeningen.
De lijst van fabrikanten waarvoor Vincent werkte was lang. Onder meer Hispano-Suiza, Bugatti, Peugeot, Renault, Georges Irat, Voisin en Minerva maakten deel uit van de Europese klantenlijst.
Buiten Europa maakten ook gereputeerde Amerikaanse merken, waaronder Lozier, Lincoln en Packard, gretig gebruik van zijn diensten. Hij reed overigens overwegend in auto’s van de merken waarvoor hij werkte. Ook bandenfabrikanten zoals Michelin en Englebert waren klanten. Daarnaast nog diverse Franse en Amerikaanse populaire weekbladen.
Zoals bij veel artiesten kreeg Vincent op wat latere leeftijd het idee dat hij zijn stijl moest aanpassen. Hij heeft enige tijd werken gemaakt onder de naam “Rageot” of ”Dufour”. Al snel merkte hij dat dit geen succes was en ging hij op “de oude voet” verder. Hieruit blijkt ook zijn sterk commerciële instelling. Immers, hij verbrandde zijn schepen niet achter zich en beschouwde dit als een mislukt probeersel.
De kroon op zijn werk was zijn benoeming tot President van het Verbond van Ontwerpers en Artiesten. In deze functie was hij voorvechter voor auteursrechten voor zijn leden, een streven waarin hij eveneens succesvol was.
Vincent overleed op 57-jarige leeftijd. Zijn vrouw overleefde hem vele jaren.
Peter Helbach