Oude liefde roest niet, de veiling van de Baillon collectie
De “Baillon-collectie” is een verzameling van 59 klassieke auto’s die werd gevonden achter het kasteel van de overleden Franse ondernemer Roger Baillon.
Deze collectie is op 6 februari 2015 tijdens de Salon Rétromobile in Parijs voor recordbedragen geveild. De verzameling is jaren geleden door Roger Baillon aangelegd in een tijd dat klassieke auto’s nog relatief goedkoop waren. Uiteindelijk wilde hij een eigen automuseum opzetten. Dit plan ging echter niet door. Hij moest na een faillissement een deel van zijn collectie verkopen en stalde de overgebleven auto’s in schuurtjes op zijn landgoed, waar ze vorig jaar door de kleinkinderen (!) werden ontdekt. Deze haalden het Franse veilinghuis Artcurial erbij, dat gelijk zag dat de familie een zeer waardevolle schat aan automobiele historie in handen had.
De veiling was minutieus voorbereid. Eerst zijn door vakfotografen zeer sfeervolle beelden van de vindplaats naar buiten gebracht, met daarna een stemmige video. Slechts aan een handvol journalisten c.q. autobladen werd daarna toegang verleend tot de kasteellocatie, waar de collectie is aangetroffen. Hun verhalen zorgden lang voor de veilingdatum voor de nodige commotie.
Tijdens de kijkdagen
Voor de kijkdagen tijdens Rétromobile had het veilinghuis zijn uiterste best gedaan om de auto’s te tonen in de staat zoals men ze had aangetroffen. Met veel gevoel voor het theatrale, had men de zaal verduisterd en een aantal auto’s slechts met één oranje lamp verlicht. Een heldere lamp op de voorstoel van andere auto’s gaf het geheel een bijna spookachtige uitstalling. De auto’s zaten -uiteraard- nog vol met spinnenwebben, stof en vuil en er staken hier en daar grassprieten uit het onderstel.
Delage DS-11 S Coach
De veiling is een groot succes te noemen, ver boven verwachting zelfs. Alle 59 auto’s hebben een nieuwe eigenaar gevonden. De duurste auto (ruim €16 miljoen) was een Ferrari 250 GT SWB California Spider uit 1961 die ooit eigendom was van de Franse acteur Alain Delon. Het model is één van slechts 37 gebouwde exemplaren en is – afgezien van een forse deuk in de kofferklep – nog in een redelijk goede staat.
1961 Ferrari 250 SWB California Spider
Een ander recordbedrag werd neergeteld voor een in kommervolle staat verkerende Talbot-Lago T26 Grand Sport, voorzien van een bijzonder, verkort, chassis uit 1949. Deze auto, met de restanten van een carrosserie van Saoutchik bracht €1,7 miljoen op.
1949 Talbot-Lago T26 Grand Sport SWB Saoutchik
Er kunnen verschillende reden zijn waarom iemand iets dergelijks koopt. Ten eerste waren lang niet alle aangeboden auto’s werkelijk in slechte staat. Veel van de koetswerken waren van aluminium, dat niet roest en relatief eenvoudig te herstellen is. Het zag er dan ook allemaal erger uit dan het was, zo werd gehoord. Ook de technische staat was, naar het schijnt, niet al te slecht. Als het een waardevolle auto betreft, kan het zinvol zijn om tot totale restauratie over te gaan. Het kan ook zo zijn, dat collectioneurs van een bepaald genre juist een dergelijk, zeldzaam model auto in de huidige verwaarloosde staat willen behouden. Dat is eerder gebeurd met de uit het Lago Maggiore geviste Bugatti Brescia, die in een museum in de VS ongerestaureerd, maar wel geconserveerd, wordt tentoongesteld.
Er is onder liefhebbers van antieke en klassieke auto’s sowieso steeds meer belangstelling voor auto’s in originele staat. Er is zelfs op het prestigieuze Pebble Beach in de VS een aparte categorie voor dit soort auto’s, de zogenaamde ‘preservation class’.
Met name in het Verenigd Koninkrijk zijn er liefhebbers te vinden van een categorie auto’s die men met typisch gevoel voor understatement ‘oily rag cars’ noemt: doorleefde auto’s die -voor de leek althans- eruit zien alsof ze rijp voor de sloop zijn, maar in werkelijkheid in technische zin in prima staat verkeren. Deze auto’s zien er vaak uitgeput uit, en hebben juist daarom veel charme. Ook onder deze ‘beweging’ is zonder enige twijfel belangstelling getoond voor de Baillon collectie.
Sommige van de aangeboden auto’s waren werkelijk zo ver vergaan dat restauratie ondoenlijk was. Wel zouden ze bruikbaar kunnen zijn als bron voor onderdelen. Enkele Voisin eigenaren in de zaal hadden daarom gezamenlijk belangstelling voor één van de wrakken, waarvan de opbrengst door de veilingmeester was geschat op € 1.500 – € 2.000.
Wie wat gekocht heeft, en of het gelegenheidsconsortium van Voisin-eigenaren in zijn missie geslaagd is, is niet bekendgemaakt. De officiële website van het veilinghuis meldt slechts in schimmige termen waar de auto’s naartoe zijn gegaan (“an American collector” of mogelijk nog vager, “an international collector”. De opbrengst per auto is op internet terug te vinden. De ‘sloop’-Voisin heeft overigens maar liefst ruim € 52.000 opgebracht.
Phil Seed (tekst en foto’s)