Stap in de geschiedenis van de Franse auto revolutie!
Vanaf het moment dat de automobiel zijn intrede deed rond 1870, waren de Franse fabrikanten dé pioniers op het gebied van de ontwikkeling van gemotoriseerde voertuigen. Simpelweg omdat in Frankrijk de automobiel werd omarmd, terwijl men in Duitsland en Engeland terughoudend was en automobielen zelfs wilde weren. Deze unieke voertuigen zijn tijdens de expositie ‘Automobiles extraordinaires’ te bewonderen:

Ontmoet de door stoom aangedreven ‘La Mancelle
De door Amédée Bollée in 1878 gebouwde La Mancelle is de oudste automobiel van de expositie en het absolute topstuk. Net als bij de beproefde stoomlocomotieven werd stoom als aandrijving gebruikt. Door de tweecilinder stoommachine van 30 pk kon een snelheid worden bereikt van 40 kilometer per uur. De revolutionaire La Mancelle was al voorzien van een onafhankelijke wielophanging en achterwielaandrijving. Naast Amédée Bollée waren ook De Dion-Bouton & Trépardoux en Serpollet pioniers in het gebruik van stoom.

Ontmoet de elektrische Kriéger
Weinig mensen weten dat al heel vroeg met elektrische automobielen werd geëxperimenteerd. In 1905 was het Louis Antoine Kriéger die beide voorwielen van zijn model K1 voorzag van een elektromotor. Met een actieradius van bijna 100 kilometer en een topsnelheid van 40 kilometer per uur was het één van de beste elektrische auto’s uit die tijd.

Ontmoet de eerste Renaults
Het absolute topmodel uit de begintijd van Renault was de CC Double Coupé uit 1911. Door het unieke koetswerk van carrossier Kellner et Fils werd de herinnering aan de koets levendig gehouden. De initialen en het familiewapen op de achterste deuren versterken dit gevoel. De Renault Limousine uit 1906 is een van de meest luxueuze modellen uit die tijd. De houten carrosserie is gemaakt door de beroemde carrossier Million-Guiet uit Parijs en ook deze Renault is voorzien van een familiewapen op de deur. Die van de familie Bourbon-Parme.

Ook te bewonderen
Naast de La Mancelle, de Kriéger K1 en de Renaults zijn ook een Leon Bollée driewieler uit 1895, een Hotchkiss Double Coupé uit 1910 met maar liefst 10 ramen en een De Dion-Bouton Limousine uit 1905 te bewonderen.

Château de Compiègne
De unieke automobielen uit de expositie zijn beschikbaar gesteld door het Musée National de la Voiture et Tourisme dat is ondergebracht in het Château de Compiègne. Dit château behoort samen met die van Versailles en Fontainebleau tot de drie belangrijkste koninklijke paleizen in Frankrijk.

Step into the history of the French automobile revolution!
From the moment the automobile first appeared on the scene around 1870, French manufacturers became the pioneers of the development of motor vehicles. Due simply to the fact that the French embraced the automobile, whereas in Germany and Britain they were hesitant and even wanted to ban them. The vehicles below are on display during the ‘Automobiles Extraordinaires’ exhibition:

Meet the steam-powered ‘La Mancelle’
The ‘La Mancelle’, built in 1878 by Amédée Bollée is the oldest vehicle on display and is the absolute highlight of the exhibition. It is powered by steam, at the time a proven technology used in locomotives. The twin-cylinder steam engine delivered 30 hp and gave the vehicle a top speed of 40 km/h. The revolutionary La Mancelle had independent suspension and rear-wheel drive. Other steam pioneers were De Dion-Bouton and Serpollet.

Meet the electric Kiéger
Few people know that electric vehicles have been around for a long time. Louis Antoine Kriéger mounted two electric motors in the front wheels of his model K1. The vehicle had a range of nearly 100 km and a top speed of 40 km/h. It was one of the best electric vehicles of the period.

Meet the early Renaults
The Renault type CC Double Coupé was the top of the range in 1911. The unique body by coachbuilders Kellner et Fils, remained close to the style of the horse-drawn carriage. The initials and coat of arms on the rear doors reinforces that atmosphere. The 1906 Renault Type V limousine is one of the most luxurious cars of that time. The coachwork is made of wood and was built by the famous coachbuilder Million-Guiet of Paris. This car too is decorated with a coat of arms. In this case that of the Bourbon-Parme family.

Also on display
In addition to the La Mancelle, the Kriéger and the Renaults, we have a Leon Bollée tricycle from 1895, a 1910 Hotchkiss Double Coupé with no fewer than 10 windows and a De Dion-Bouton Limousine from 1905.

Château de Compiègne
The unique cars in the exhibition have been made available by the Musée National de la Voiture et Tourisme which is located within the Château de Compiègne. It is one of the three most important of France’s royal and imperial palaces, the others being Fontainebleau and Versailles.