Leyat Hélica 2H Conduite Intérieure
In 1921 ontwierp vliegtuigbouwer Marcel Leyat dit revolutionaire voertuig. Zijn filosofie was eenvoudig: een laag gewicht, een gestroomlijnde vorm en een simpele techniek moesten zorgen voor hoge snelheid.
De propellerauto
De Hélica wordt aangedreven door een grote propeller aan de voorzijde, gekoppeld aan een luchtgekoelde tweecilinder motor. Daardoor waren versnellingsbak en koppeling niet nodig. De Hélica rijdt alleen vooruit; achteruit vereist een duwtje, wat weinig kracht kost door het lage gewicht van 250 kilo. Het stuurwiel bedient de sturende achteras. De vaste vooras heeft trommelremmen met vier remschoenen per wiel, bediend door twee rempedalen. Dankzij het lage gewicht en de visvormige carrosserie haalt de Hélica 90 km/u. In deze gesloten uitvoering is plaats voor twee personen achter elkaar.
Deze Hélica bleef altijd in bezit van de familie Peugeot, de eerste eigenaar, en is nog volledig origineel. Van 1921 tot en met 1925 werd ermee gereden. Daarna verdween hij in een garage bij Beaune. Toen Duitse troepen in 1944 op de vlucht sloegen, gebruikten zij de auto als vluchtauto. De bestuurder kon niet overweg met de bijzondere besturing en botste al snel tegen een appelboom, waardoor de propeller werd beschadigd en de auto werd achtergelaten. Daardoor is hij bewaard gebleven. Rond 1970 verhuisde de auto naar een opslag in Parijs. Eind 2024 besloot de kleinzoon van de eerste eigenaar dat het tijd was om de auto aan het publiek te tonen.