Rolls-Royce 40/50HP Phantom Barker Torpedo Tourer
Maharadja’s en andere Indiase heersers zijn vaste klant bij Rolls-Royce in de tijd dat India nog een Engelse kolonie is. De Nawab (premier) van Hyderabad, Wali-ud-Dowla geheten, geeft Rolls-Royce Motors Ltd. in Bombay eind 1925 de opdracht een exemplaar van de op dat moment nieuwe Phantom I te leveren, de opvolger van de Silver Ghost.
De auto moet worden voorzien van een koetswerk van Barker, de vaste carrossier van Rolls-Royce. Omdat de Phantom is afgewerkt met gepolijst aluminium wordt hij al snel bekend als ‘The Silver Phantom of Hyderabad’. De deurpanelen zijn van gepolijst teakhout. Achterin zijn twee opklapbare houten tafeltjes gemonteerd en er bevindt zich tevens een teakhouten kastje met daarin een camera, een verrekijker en waterflessen.
De Phantom wordt regelmatig gebruikt om bezoekende leden van de Britse koninklijke familie rond te rijden, onder wie de Prins van Wales, de latere koning Edward VIII. Volgens de nazaten van de Nawab brengt de auto geluk, reden waarom er in de loop der tijd circa honderd bruiden mee naar hun bruiloft gereden worden. De Rolls-Royce doet dienst tot 1953, maar blijft familiebezit en staat jarenlang te verstoffen in de garage van de Nawab.
De auto wekt begin jaren zestig de interesse van de Engelse liefhebber William Meredith-Owen. De familie van de Nawab geeft aan te overwegen de auto te verkopen, maar eerst moet Meredith-Owen het vertrouwen en de vriendschap van de familie winnen. Er gaan tweehonderd pagina’s aan correspondentie overheen voordat de Rolls-Royce in 1966 naar Engeland terugkomt en daar wordt gerestaureerd.