Als oud-leden van de Porsche Groep vertellen…
Het werk van de Rijkspolitie was zeer gevarieerd. Uit de gesprekken die wij voerden met oud-leden van de ‘Porsche Groep’ hebben wij een kleine selectie gemaakt.
Een Politie Porsche, iets voor U?
Een week voordat de laatste Porsche van de Rijkspolitie definitief van onze Rijkswegen verdween, wilden we voor de krant nog een interview maken met de bemanning van zo’n indrukwekkende wit-oranje 911 met blauwe zwaailicht. Op het ‘hoofdkantoor’ nabij de A12 in Driebergen van wat toen nog de AVD (Algemene Verkeers Dienst) heette, spoorde een rijkspolitieman de auto via de ‘radio’ voor ons op. De bemanning wilde maar al te graag met ons praten en zou op een parkeerplaats van de A27 richting Hilversum op ons wachten, vlak voor de afrit naar Bilthoven. We vonden ze snel. “Als je me een ton geeft, dan kopen we deze auto samen en dan gaan we voor onszelf beginnen”, was bij de begroeting de weinig subtiele openingszin van de twee jeugdig ogende rijkspolitiemannen. Ze hadden duidelijk weinig zin om hun dienstauto om te ruilen voor een civiel vervoermiddel als de Volvo Stationwagen, die als opvolger was aangeschaft. De opmerking was weliswaar grappig bedoeld maar met een serieuze ondertoon: er sprak verdriet uit om het verlies van hun geliefde Porsche en verdriet om het verlies van een stuk statussymbool. Porsche rijden voor je werk: dat deden naast professionele autocoureurs, verder alleen geselecteerde leden van de Porsche groep van de AVD in Driebergen.
Slaap?
Werken bij de Porsche groep had zowel voor- als nadelen. Rijden met een Duitse sportwagen gaf niet alleen een enorme ‘kick’ voor het team dat er elke dag (en een stukje nacht) mee de weg op ging, maar het verschafte je ook status op verjaardagen en zelfs bij je minder bedeelde collega’s die bureauwerk deden. En tijdens werkuren was je op de landelijke snelwegen ook nog eens de schrik van blunderende weggebruikers. Maar je verdiende ook groot respect. Niet alleen omdat iedereen wist dat ‘vluchten’ voor zo’n Porschebemanning na een overtreding zinloos was, maar ook al vanwege de uitstraling: een vervaarlijke wit-oranje Porsche, bemand door imposante mannen met dito helmen, een luidspreker achterop en een zwaailicht. Een van de nadelen van dit speciale werk was, dat je na de start in Driebergen diep het land in ging, en soms een nacht moest overblijven. Je was gewoon te ver van huis om terug te rijden. Voor die overnachtingen had de AVD kamers bij een aantal Van der Valk motels door geheel Nederland gereserveerd. Daar konden de vermoeide politiemannen aan het eind van de werkdag het moede hoofd te ruste leggen. ’s Nachts werd (gelukkig?) niet gesurveilleerd. Onze vroegere buurman was politieman en een van de gelukkigen die beroepsmatig dagelijks in een dienst-Porsche mocht rijden. Naast een goed politieman was hij ook een prima chauffeur. Zijn ‘probleem’ was evenwel dat hij in een ander bed dan het zijne, heel moeilijk in slaap kon komen. En omdat de rijkspolitie ook nog eens zuinig met onze belastingcenten omsprong, moesten de heren politiemannen, tot overmaat van ramp steevast een kamer delen. Hij vertelde wel eens dat dit voor hem elke nacht weer op een complete ramp uitliep. De eerste dag van zijn dienst was hij dus nog wel scherp maar na zo’n doorwaakte nacht was de volgende dag wat lastiger. En zijn collega had ook nog eens de hele nacht gesnurkt…
Het afgebroken kunstobject
Het zal in het najaar van 1980 geweest zijn toen wij met de Porsche aan het tanken waren langs de A2. Luid toeterend kwam een vrachtauto het terrein op rijden. De chauffeur kwam uit zijn cabine en liep snel op ons af. Hij riep ons toe, dat hij een personenauto had ingehaald waaruit geschoten werd. Terwijl hij dat ons mee deelde, reed de betreffende personenauto over de snelweg langs het tankstation en zagen wij dat de bestuurder zijn hand uit het linker portierraam stak en hoorden wij een pistool schot.
Wij stapten in onze auto, gaven direct bericht aan de centrale en zetten de achtervolging in. Wij kregen gelijk luchtsteun, want in de buurt van Meerkerk vloog een van de Cessna’s, van de Dienst Luchtvaart. De bemanning had onze melding gehoord. Inmiddels hadden wij betreffende personenauto in het vizier, die de rijksweg 27 opreed bij Vianen en zagen inderdaad dat hij geregeld zijn linkerarm door het raam stak en zagen dan ook een rookwolkje. Wij mochten nog niets doen in afwachting van assistentie en het vliegtuig bleef volgen. De bemanning van het vliegtuig melde even later dat de auto het parkeerterrein van een benzinestation op reed.
Zij zagen dat de bestuurder uitstapte en het station in ging. Wachten op assistentie had geen zin meer en wij besloten in te grijpen. Wij liepen op de auto af en zagen dat er een vrouw in zat, met op haar schoot een zestal kleine vuurwapens. Wij zagen ook dat zij bezig was met het vullen van patroonhouders met munitie. Met getrokken pistool sommeerden wij de vrouw alles te laten vallen en uit de auto te komen. Voor dat de vrouw het in de gaten had stond zij naast de auto. Op het zelfde moment kwam er een man op ons af, die de bestuurder van de personenauto bleek te zijn, met in iedere hand een bekertje koffie. De vrouw protesteerde heftig, want wij “verstoorden een kunstwerk dat de bestuurder en zij aan het maken waren”.
Bij vluchtig onderzoek bleken het alarmpistolen te zijn. Inmiddels arriveerde de nodige assistentie en met de plaatselijke politie brachten wij het hele spul over naar het Rijkspolitiebureau Meerkerk voor nader onderzoek. Op het bureau werd duidelijk dat beiden personen een kunstobject aan het maken waren voor de gemeente Breda. Zij waren een “geluidstrillinglijn” aan het leggen tussen van de Dam in Amsterdam naar het centrum Breda. De bestuurder en de vrouw waren in Amsterdam vertrokken en op de route met het slaan van een voorwerp op lantaarnpalen en dergelijke zodat er geluidstrillingen ontstonden. Op de autoweg maakte de bestuurder om de 500 meter een geluidstrilling door middel van een pistoolschot. De vrouw zorgde er voor dat de pistolen steeds op tijd waren geladen en keek er op toe, dat de kunstenaar het project, dat door de gemeente Breda werd betaald, goed uitvoerde.
De betreffende vrouw was ambtenaar van de gemeente Breda, belast met kunstzaken en was zeer verbolgen op ons, omdat wij het project verstoord hadden. Wij zouden er wel meer van horen.
Er is proces-verbaal opgemaakt voor de alarm pistolen en het in gevaar brengen van het verkeer. Hebben verder er niets meer van gehoord. Het weekblad Nieuwe Revue heeft het project een paar weken later met de kunstenaar opnieuw gedaan, zodat er toch een geluidslijn tussen Amsterdam en Breda is komen te liggen.
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand?
We passeren met onze 911 op de A2 tussen Abcoude en Vinkeveen een opvallende oranje BMW met achter het stuur een donker getinte man met een rastakapsel. Naast hem zit ook een donker getinte man met een afrokapsel. De mannen stoten elkaar aan en wijzen naar onze Porsche. Dat gebeurt wel vaker, maar er is geen aanleiding om de BMW te controleren. Op het eerste gezicht is alles in orde. We willen ook niet discrimineren en laten ze rijden. Zij rijden het tankstation op bij Breukelen en wij nemen de afslag Breukelen. Met het in- en uitvoegen kan je redelijk onopvallend weer invoegen in het verkeer en kijken of er in het nieuwe plukje verkeer dat dan voorbij komt een potentiële overtreder zit. Het is en blijft rustig vandaag. Eigenlijk is dit de situatie waar je naar streeft, maar toch!
We naderen ter hoogte van Nieuwegein weer de oranje BMW. Ze zijn waarschijnlijk direct doorgereden vanaf het tankstation. We kijken toch even naar binnen en zie dat de man met het afrokapsel nu achter het stuur zit en de rasta ernaast. Nu is het wel interessant om ze te controleren. Waarschijnlijk heeft ‘rasta’ geen rijbewijs. Nadat ze ons gezien hebben ze het zekere voor het onzekere genomen en zijn ze van bestuurder gewisseld. Ter hoogte van Vianen geven we een stopteken. Ik vraag eerst aan de passagier met het rastakapsel of ik zijn rijbewijs mag zien. Die heeft hij niet: “Ík heb ook niet gereden wachtmeester, ik zit er alleen maar naast.” Ik fris zijn geheugen een beetje op en uiteindelijk geeft hij toe dat hij zonder geldig rijbewijs heeft gereden. Ik noteer zijn gegevens en zeg hem proces-verbaal aan. Hij stemt hierin toe. Vervolgens vraag ik routinematig naar het rijbewijs van de bestuurder. ‘Ik heb ook geen rijbewijs’, zegt hij! Dat komt niet zo vaak voor: In één controle twee bestuurders zonder rijbewijs! We ontkomen er niet aan om de auto naar het bureau in Driebergen te brengen en daar te stallen totdat er iemand komt die wel een rijbewijs heeft. Het is zondag en wij kunnen de personalia van de twee op geen enkele wijze controleren. Om enige zekerheid in te bouwen vraag ik of een foto van dit bijzondere duo mag maken. Zij stemmen ook hiermee in en wij brengen ze daarna naar de trein.
Een paar weken later zien we een auto met een vale kentekenplaat op de A2 rijden ter hoogte van Vianen. Kentekenplaten hebben altijd onze aandacht. Daar is veel aan af te ‘lezen’. Is het vals of waarom, in dit geval, is het zo slecht leesbaar. De auto wordt aan de kant gehaald om een nader onderzoek in te stellen en we zien tot mijn verbazing dat ‘rasta’ achter het stuur zit. Dit keer is hij alleen. Zou hij al een rijbewijs hebben? Ik vraag hem naar zijn rijbewijs en hij komt meteen met een Surinaams rijbewijs op de proppen. Afgezien van het feit dat hij als Nederlands ingezetene een Nederlands rijbewijs dient te hebben, is het rijbewijs afgegeven aan een ander persoon. De gegevens die hij onlangs opgaf waren correct gebleken. Dit rijbewijs is dus duidelijk niet van hem. Ik laat hem weten dat ik hem nog herinner van onze laatste ontmoeting. Hij blijft echter volhouden dat hij mij voor het eerst heeft gezien. Ik vraag hem voor de formaliteit naar zijn naam. Hij geeft exact de naam op die op het rijbewijs staat Hij geeft dus nu een valse naam op of heeft dat toen gedaan. Reden genoeg om de man aan te houden. We nemen met mee naar het bureau in Driebergen. Ik laat hem de foto’s zien die ik indertijd van hem heb genomen. Als ik aan hem vraag gesteld wordt wie deze man dan is die als twee druppels water op hem lijkt zegt hij dat deze man wel eens heeft gezien. Vervolgens wordt gevraagd: ”en wanneer was dat?” Het antwoord: “Elke ochtend in de spiegel!”
Dick Schornagel en anderen
Redactie Louwman Museum
De volgende artikelen in de nieuwsbrief kunnen u ook interesseren:
Goodwood Festival of Speed 2016 |
|
Porsche in de Formule 1 |
|
Frits van Bruggen opent tentoonstelling Rijkspolitie Porsche |